Jack voor d’n duvel niet bang!
Jack, een Ierse man, bracht zijn avonden graag door in zijn stamkroeg, waar hij het ene glaasje na het andere dronk, om de tijd te doden. Op zo’n avond ontmoette hij in een dronken roes de duivel, die maar één ding wilde: bezit nemen van zijn ziel. Maar de listige Jack wist de duivel over te halen om samen met hem nog één glas te drinken.
Op het einde van de avond nam de duivel de gedaante aan van een muntstuk om zijn pils te betalen. Jack greep het muntstuk en sloot hem op in een buidel met een kruisvormig slot. Pas toen de duivel aan Jack had beloofd hem met rust te laten, liet Jack hem weer vrij. Vanuit zijn benarde situatie kon de duivel niet anders dan hiermee akkoord gaan en hij sloeg jammerend op de vlucht.
Toen Jack stierf, werd hij weggejaagd uit het paradijs, omdat hij met de duivel had geheuld. In de hel wilden ze hem ook niet, omwille van de belofte van de duivel. Jack was verdoemd om eeuwig te dolen en smeekte de duivel om een gloeiend kooltje, waarmee hij zijn lange en donkere weg kon verlichten. Die kreeg hij gelukkig nog en hij stak het in een uitgeholde raap.
Sindsdien dwaalt ‘Jack of the Lantern’ – later verbasterd tot ‘Jack O’Lantern’ – door het duister, met zijn lantaarn in de hand. (gebaseerd op het Ierse volksverhaal “Jack of the Lantern’, herschreven door Marc van Creij)