Spannend verhaal: De legende van de Klepperman
In juli kreeg de Tilburgse gids de bijzondere opdracht een kort spookverhaal voor de Tilburgse kermis te schrijven! Ze dook enthousiast in haar archieven, opzoek naar een mooie legende die ze nog niet in haar tour heeft verwerkt en vond een pareltje! Een oude Tilburgse legende over een Klepperman die een lucratieve bijverdienste had! Geen zin om te lezen? Op dit filmpje (klik hier) leest de Tilburgse gids het verhaal zelf voor!
Logboek van de commissaris, de nacht voor de Tilburgse kermis, 1902.
Ik lig in mijn bed en doe alsof ik slaap. Ik houd mijn ogen gesloten en lig zo stil als ik kan, maar het verraderlijke angstzweet parelt al op mijn voorhoofd. Iedereen kent de legende van De Klepperman, maar nooit had ik gedacht dat het allemaal waar was en dat ik op een dag zélf op hem zou wachten.
Men zegt dat hij in vervlogen tijden ’s nachts door de straten liep en me een houten klep de tijd aangaf. Twee keer een klep voor twee uur, drie keer een klep voor drie uur, enzovoorts. Echter, twee weken voor de kermis was de oude Klepperman spoorloos verdwenen en werd er met spoed een nieuwe aangesteld. Dei nieuwe deed het prima, maar al snel kwamen de eerste berichten van verdwenen spaargeld. Het duurde niet lang voordat de nieuwe klapperman verdacht werd en kennelijk nogal wat Tilburgers boos had gemaakt, want op een ochtend werd die nieuwe klepperman gevonden, midden in de Heuvelstraat, volledig tot pulp geslagen.
Omwonenden hadden hem nog drie uur horen slaan: ‘Klep, klep, klep!’, maar daarna niets meer gehoord. De kleptomane Klepperman werd een volkslegende: Elk jaar in de week voor de kermis, ging Tilburg gebukt onder een golf inbraken en alle slachtoffers vertelden hetzelfde verhaal:
Eerst klinkt het geluid van een houten klep, drie keer: klep…klep…klep… Dan… een knokige hand die in het matras glijdt, graaiend naar de verborgen spaarcentjes en dan… een bloederige man die zijn gebroken tanden bloot lach en plots verdwijnt met al het spaargeld.
Als commissaris moet ik sceptisch en feitelijk blijven, is mij geleerd, maar toen Stientje Donders een week geleden in het holst van de nacht het politiebureau kwam binnengestrompeld, kon ik aan niets anders denken dan die legende van De Klepperman. Ze was van top tot teen bedekt met bloed dat van haar man Leo bleek te zijn. Ze mompelde steeds opnieuw drie woorden: “klep…klep…klep…”Leo werd gevonden in de keuken van hun huis, met ingeslagen schedel. Bloed droop van de muren en glinsterde op de keukenvloer, maar alle deuren waren nog dicht en er was geen spoor van braak. Alles wat Stien kon uitbrengen was steeds maar weer “klep… klep… klep…”
Mijn nekharen stonden overeind, want ik wist ook dat de familie Donders hun spaargeld onder een plavuis in de keuken bewaarde, precies op de plek waar Leo was gevonden… en dat Leo al dat spaargeld de avond van tevoren in de kroeg had verdronken. De gedachte bekroop mij dat hij de Klepperman voos had gemaakt en als een goede politiecommissaris, moest ik die bewering testen. Dus daar lag ik dan, zwetend van angst in mijn bed, wachtend… wachtend op de “KLEP KLEP KLEP!!” Ik kon mijn gil nog net onderdrukken.
Twee gitzwarte ogen in een bloederig gezicht keken mij aan, de geur van rottend vlees was doordringend. De knokige hand gleed onder mijn lakens langs mijn rug, maar de koude vingers vonden… niets. Ik had het beest bewust geprovoceerd. De dode had scheurt door mijn laken heen en zijn klauwen boren zich in mijn rug! Zijn gruwelijke, bloederige mond spert zich zover open dat zijn mondhoeken scheuren. Het was het meest dappere moment uit mijn carrière, ik spring uit bed en open de loden kist. Zijn geschreeuw staakt bij de aanblik van de stapels geld en hij stort zich begerig op de schat. KLEP! Ik sla de kist dicht, één laatste klep die de Klepperman voor eeuwig-
Sofie klapt het dagboek van de commissaris dicht. Ze heeft geen idee hoe dit oude logboek op de zolder van haar nieuwe huis terecht was gekomen, maar één ding wist ze zeker: Die commissaris was knettergek! De geest van een Klepperman? Wie gelooft dit soort onzin?! Maar die loden kist… die loden kist met dat geld… is dat… díe loden kist? Daar in de hoek?
Het is volgende week kermis en Sofie kan wel een extra zakcentje gebruiken… Met krakende scharnieren, opent ze het deksel van de loden kist. Ze ziet glinsterend goud! En oud briefgeld, stapels ervan! En hoort… een vreemd geluid…
‘klep… klep… klep…’